403-04-42
Vroeg in de ochtend verzamelen zich vijf personen bij Loods 8 aan de Buitenhaven van Nuchtenburg. De gnome tovenaar Gradus Fizzlehelm, de Half-Orc barbaar DT Force Deluxe IV, de vogelpersoon Druïd Jinzo, de mislukte bard Qifice Twilightmeadow en een soort wezen dat Emmanuel Kantenklaar heet. Ze zijn hier omdat ze ingehuurd zijn door de Zolderkatten voor een lucratieve opdracht: Een koets met een geheime inhoud escorteren naar Landgoed den Krimpendinck.
Eenmaal in de loods ontmoeten de huurlingen de deftige koetsier Henri Salvatore Rousseau de Lafayette. Henri werkt voor het landgoed en vervoerd regelmatig discrete zendingen voor zijn excentrieke en geheimzinnige opdrachtgever. De mislukte bard Qifice en de ‘grote’ tovenaar Gradus nemen plaats op de koets naast Henri en de koets begint haar route over de drukke Grote hoenderstraat naar de Dunkelse poort. Rijen mensen staan voor de verschillende mayonaissewinkels in de straat te wachten tot deze openen. Voetgangers en wagens met goederen reizen over en weer. Er komt ook een welbekende Uitwerpselkar voorbij.
Gradus moet poepen en besluit een grote boodschap te doen in de uitwerpselkar. De boodschap is echter te klein voor een vergoeding. Gelukkig weet Gradus zijn nieuwe collega; de Half-Orc barbaar DT Force Deluxe IV te overtuigen om een duit in het bakje te doen. Gezamenlijk weten ze 10 koperstukken te innen. Jinzo en Qifice zien hun kans schoon en proberen de afgeleide Henri te rollen. Dit mislukt en Jinzo wordt zelfs betrapt. Henri maant Jinzo z’n handen thuis te houden en maakt geërgerd een aantekening in zijn notitieblok.
Buiten de stadsmuren betovert Emmanuel Kantenklaar Henri, waardoor de koetsier Emmanuel als goede kennis ziet. Emmanuel vraagt Henri naar de sleutel van de koets, waarop Henri aanbiedt aan om de sleutel aan Emmanuel te geven (nat 20!). Emmanuel vertrouwt het zaakje echter niet en weigert het aanbod. Jinzo ‘vliegt’ voor de koets uit om de route te verkennen. Wanneer Jinzo terug is verteld hij de rest dat alles in orde is. Niets blijkt minder waar.
De koets wordt aangevallen. Een groep mannen te paard galoppeert op hoge snelheid naar de koets toe. Voorop een imposante gepantserde soldaat met een werpspeer in zijn hand. Gradus tovert een illusie van een ratelslang in het gras waardoor enkele paarden steigeren en hun berijders afwerpen. DT-Force begint in te hakken op de aanvallers. De bepantserde aanvaller steekt een lont aan en werpt een speer op de deur van de koets. De speer begint te sissen en even later breekt een ontploffing de koets open. De man roept naar zijn kameraden: “pak de kist”! Om de koets en de buit te beschermen tovert Gradus een donkere wolk rondom de koets. Desondanks weet de gepantserde aanvaller door de duisternis heen te navigeren en in de koets te duiken
Tegelijkertijd komen er twee kraaien aangevlogen die de huurlingen aanvallen. Qifice betoverd een Kraai die Qifice hierdoor als kameraad ziet. Het dier land op de tak van een boom en wacht op verdere instructies. Qifice ziet dat een klein (10 cm lang) mannetje scheldend en tierend van de rug van de kraai afstapt. DT Force houdt flink huis aan de rand van de donkere wolk en hakt in één grote haal, alle benen van een paard en het hoofd van de berijder. Jinzo schiet de tweede raaf dood en het dier stort neer. Boven de raaf verschijnt een kleine parachute waaraan een minipersoon naar beneden dwarrelt.
Emmanuel beïnvloed de gedachten van de gepantserde man die naar de kist zoekt en manifesteert een overtuigende illusie van de kist. De aanvaller pakt de neppe ‘kist’, stapt triomfantelijk op zijn paard en probeert te vluchten. Jinzo weet de man in het achterhoofd te raken met een steen en de man valt bewusteloos van zijn paard. De overlevende aanvallers weten wel te ontsnappen.
Wanneer de chaos voorbij is pakt Emmanuel de echte kist uit de wagen en onderzoekt deze. Er blijken ook minimensen in de kist te zitten. De twee minimensen op de raven worden overtuigd om met de huurlingen te praten en ook de gepantserde aanvaller wordt wakker gemaakt. De man heeft een stalen kooitje op zijn pantser, waar ook een minimens in zit. Ze heten Jonathan en Agnes Meyer. Ze vertellen de huurlingen over de rede van de aanval. Op Landgoed den Krimpendinck worden vele honderden personen gevangen genomen. Ze worden hier gedwongen te leven in een kunstmatige miniatuurwereld. De minipersonen waren ooit inwoners of bezoekers van Nuchtenburg en werden plots gekidnapt en gekrompen. Hoe dit precies gebeurt is kan niemand zich herinneren. Agnes is van het landgoed ontsnapt met tientallen andere minipersonen. Nu voeren ze samen met wat niet-gekrompen kameraden een guerrillastrijd tegen het landgoed.
Nu Emmanuel eindelijk weet wat er aan de hand is betoverd hij Henri met een slaapspreuk. De huurlingen besluiten zich tegen hun opdrachtgever te keren en de minipersonen op het landgoed te bevrijden. Jonathan en de minipersonen trekken zich terug naar hun kamp om te herstellen en beloven de huurlingen, waar mogelijk, te helpen. De huurlingen maken Henri wakker en ondervragen hem op gewelddadige wijze. Tijdens de ondervraging verliest de koetsier een been en moet hij aanzien hoe dit been wordt gebraden en opgegeten door DT Force. Henri overlijdt aan zijn verwondingen.
De huurlingen besluiten te doen alsof er niks is gebeurd. Het gat in de deur wordt magisch verhult en ze reizen verder naar het landgoed. Het landgoed ligt op een heuvel. Op de top van de heuvel staan een landhuis en een groot bolvormig glazen gebouw achter een muur. Daarvoor liggen uitgestrekte nette tuinen. De struiken en bomen worden onderhouden door Vliegende Servo’s. De koets wordt direct naar de top van de heuvel gereden. Hier worden de huurlingen ontvangen door Butlerbot. Butlerbot gelooft de smoesjes van de huurlingen over het verdwijnen van Henri, maar legt uit dat hij het vanaf hier zal overnemen. Het is niet de bedoeling dat iemand anders dan Butlerbot door de poort komt. Zelfs Henri had dat niet gemogen. De huurlingen verliezen hun geduld met Butlerbot en schakelen het wezen uit door het een magische lachkick te geven. Het slot op de poort wordt geforceerd.
Eenmaal op de binnenplaats splitsen de huurlingen op. Een kleine groep verkent het landhuis. Niemand lijkt thuis. Uiteraard nemen de huurlingen wat waardevolle spullen mee. Ook vinden ze een studeerkamer. De kamer ligt vol met administratie en aantekeningen over de experimenten die de eigenaar van het landgoed op de minipersonen uitvoerde. De grote glazen koepel is het Vivarium Magnus. Hier probeert de eigenaar een ecosysteem en samenleving na te bootsen. De aantekeningen beschrijven de pogingen die hij heeft gedaan om balans in het Vivarium te brengen en hoe succesvol die waren. Op basis van de sterfte en geboortecijfers lijken de experimenten nog niet echt goed te gaan. De huurlingen leren ook dat de eigenaar van het landgoed een gnome is die Olrik heet.
De rest van de groep dringt het Vivarium binnen. Onder de koepel is een kuil van zo een 3-meter uitgegraven. In de kuil vinden ze inderdaad een miniatuur ecosysteem waar zo een duizend minipersonen in leven. De huurlingen bedenken zich geen seconde en proberen de minipersonen zo snel mogelijk uit het Vivarium de koets in te helpen. Net wanneer de laatste minipersoon uit het Vivarium klimt ziet Qifice een grote schaduw aan de hemel naderen. Kort daarna horen ze een metalen diepe ‘brul’.
Met grote snelheid vliegt een chromen robotdraak op het Vivarium af. Op de rug van het wezen zit een gnome in een pij. Dit moet Olrik zijn. Jinzo bedenkt zich geen seconde en verlamd de gnome die van de draak afvalt en naar beneden stort. Jinzo snelt achter de gnome aan om hem gevangen te nemen of te doden. Ondertussen vecht de rest van de groep tegen de draak. Het is een bloedig gevecht waarbij Qifice meermaals buiten westen raakt. Het tij keert wanneer DT force via het Vivarium de lucht in springt en de draak vol raakt met zijn battleaxe. Het beest stort naar de grond, waardoor de huurlingen vrij spel krijgen en het wezen vermoorden. In de achtervolging storten Jinzo en Olrik de afgrond achter het landhuis in. Na de val weet Olrik net te ontsnappen door Jinzo deze keer te verlammen en zelf weg te vliegen.
Nadat de draak verslagen is en Olrik gevlucht is doorzoeken de huurlingen het landhuis nog grondiger. Hier vinden ze, in een kluis naast de voordeur, hun beloning van 400 goudstukken elk. De koets, met ongeveer duizend minipersonen wordt naar het kamp van Jonathan gebracht. Een goede daad en een zak geld rijker, reizen de huurlingen terug naar Nuchtenburg voor welverdiende rust.