Raudos heeft een kastenstelsel. De kaste waar je inzit geeft je bepaalde privileges. Bijvoorbeeld of je kan stemmen in de Dawa.
De Priesterskaste
- Dragen gewaden van de kerk van Crotalus. Verschillende tinten groen. Soms zware wollen capes/slepen.
- Wonen in Hoog Raudos & de Zetel van Crotalus.
- Voeren de kerkdiensten en collectes uit, leveren rekruten voor de Ratelaars.
- Heeft stemrecht.
De eigenaarskaste
- Bezitters van onroerende goederen, waar ze geld aan verdienen; kapitalisten.
- Dragen felgekleurde jurken en contrasterende zijden sjaals. Complexe opgestoken kapsels versierd met sieraden.
- Wonen in Hoog Raudos.
- De eigenaarskaste is de kaste die de de Aktie is begonnen, vanuit In het koperen blad, waar ze verzamelden voor banketten die een dekmantel waren voor de vrije uitwisseling van gedachten.
- Heeft stemrecht.
De makerskaste
- Ambachtslui, smeden, timmermensen, touwslagers, steenhouwers, bouwers, troubadours (bards), administratief medewerkers)
- De makerskaste dragen witte linnen tunieken, hebben jassen en laarzen van leer en hebben af en toe dunkoper verwerkt in hun kleding (bv gespen/knopen) en dragen ook dunkoperen sieraden.
- Vaak eigenaar van hun woningen en soms ook werkplek. Veelal in en om het centrum van Raudos gevestigd. Dicht bij de markt en de rivier.
- Heeft stemrecht
De werkerskaste
- paddenstoelenboeren, herders in Ovistorp, werklui in de steengroeve, wagendrijvers, bouwvakkers.
- Dragen veelal simpele grauwe kleding van wol gemaakt. Sommigen (vooral de herders) dragen mouwloze zachte wollen vesten. Een aantal van de gnomes dragen ook witte wollen mutsen met zwarte patronen van paddenstoelen.
- Leven in vrijwel alle gevallen op gehuurde/gepachte grond van de eigenaarskaste. Hiervoor dragen ze aanzienlijke delen van hun productie af aan de eigenaars.
- Geen stemrecht.
Buitenstaanders
Buitenstaanders hebben de minste rechten in Raudos. Waar de werkerskaste nog een woonplek kan huren in de stad & een partij kan zijn in een rechterlijk geschil is dat niet het geval voor buitenstaanders.
Voor de handelaren die de stad aandoen is dit geen probleem. Ze kopen en verkopen goederen, slapen in De Vreemdenkast en vertrekken weer.
Voor de Gnomes die hier in het afgelopen decennium heen zijn gevlucht is het anders. Deze gnomes worden Sompers genoemd. Ze worden medogenloos uitgebuit door het stadsbestuur. Omdat ze geen woonplek mogen hebben in de stad zijn ze ‘gehuisvest’ bij de Dunkopermijn aan de andere kant van de rivier. Om hier te mogen wonen moeten ze een exorbitant hoge huur betalen. Deze huurkosten moeten ze ‘lenen’ van de stad. De lening kunnen ze terugbetalen door te werken in de Dunkopermijn. De (door het Duumviraat verzonnen) leefkosten zijn echter zo hoog, dat deze Gnomes in essentie in slavernij leven.