Vorige: De kaping van de Rijkdom en de boottocht naar Raudos Volgende: Raudos, Afscheid en nieuwe vrienden
Op 39 Dooi, 405 was De Zilveren Poot getuige van een gevecht tussen twee Carnotaurussen en deserteurs van de Gouden Hand. De helden kijken het grootste gedeelte van het gevecht toe. Een van de deserteurs, een zwaar bepantserde Tiefling is flink aan het huishouden en onthoofd een van de gigantische hagedismonsters. Uiteindelijk wordt het ook haar te veel. De twee overlevende deserteurs vluchten en verdwijnen in een magische wolk duisternis. Een Tiefling en een Half-Orc. Voor ze verdwijnen hoort Lados dat de Half-Orc de tiefling “Lora” noemt. Dit moet zijn zus zijn. Bessy verlost het tweede hagedismonster uit haar lijden met een welgeplaatste pijl.
De helden onderzoeken het kamp van de deserteurs en de ravage die de hagedismonsters hebben achtergelaten. Lados neemt grote tanden van de monsters mee. In het kamp vinden ze aantekeningen van Kinsey. Het zijn notities over en kopieën van van reliëfs op een ruïne in de buurt van Dikden. Een deel van de notities beschrijft een oeroude, beveiligde ingang naar een plek waar een artefact ligt dat Kinsey een Tetrahedron noemt. De ingang is snel gevonden en met de aantekeningen van Kinsey weten de helden de deur te openen. (schildpad_puzzel.png).
Achter de deur treffen de helden een lange, naar beneden aflopende rechte gang. Dit is geen natuurlijke grot het is door mensachtigen gemaakt. De gang eindigt bij een grote ‘stenen’ deur met een slapend gezicht erop. De tekst op de deur leest “Het magische woord is: schildpad”. De deur wordt ‘wakker’ en begint met de helden te praten. De deur heet Argoz en heeft de taak niemand langs te laten. Dit doet hij door het wachtwoord nooit zelf uit te spreken. Met de nodige overtuigingskracht van de helden biecht de deur op dat hij recent twee personen heeft doorgelaten. Die mensen beloofden hem deurkriebels in ruil voor doorgang. Argoz werd echter verraden en hij heeft de kriebels nooit gekregen. Lados krijgt een eerste voorproefje van de houding van zijn zus. De helden weten de deur te overtuigen open te gaan wanneer ze niet alleen deurkriebels beloven, maar er ook vast wat geven. Argoz is hier dankbaar voor en geeft de helden toestemming om zo vaak door deur te gaan als ze willen.
Voorbij de deur opent de smalle gang naar een grote wijde grot. Zelfs met darkvision valt het einde, of het plafond van de grot niet te zien. Hier wordt de De Zilveren Poot belaagd door Lora en Kinsey. Even kalmeert de boel wanneer Lora en Lados elkaar herkennen en warm herenigen. Ze zijn beide oprecht blij elkaar te zien. Lora stelt wel snel dat ze De Zilveren Poot er nu echt niet bij kunnen hebben. Ze zijn op een missie en kunnen geen pottenkijkers gebruiken. De spanning loopt weer op. Bessygrist de tas met aantekeningen van Kinsey uit z’n handen en begint terug te sprinten naar Argoz.
Woedend probeert Lora achter de helden aan te gaan. Kaia vertraagd haar met Grease en Lora glijdt uit. Bessy schiet een pijl in de knie van Kinsey. Argoz gaat open voor de helden en sluit voor Lora en Kinsey. Vanachter de deur onderhandelen ze met elkaar. De helden dwingen af dat ze samen mee verder reizen door de ruïnes. Ze zullen helpen met de missie.
Het gezelschap reist verder door de Ruïnes van Peridoigos. Via een stenen brug steken ze een groot ondergronds meer over. Aan de overkant van het meer doemt een oeroude en gigantische haven op. Overal lopen metalen rails over de grond en de muren op. Vanuit de haven loopt een brede straat dieper de ‘stad’ in. De helden vervolgen de weg langs deze hoofdstraat. Aan weerszijden van de straat zijn er tot grote hoogte gebouwen en verticale treinsporen te zien.
De helden bereiken een centraal kruispunt waar twee gekoppelde voertuigen op de rails staan. Wanneer Lados probeert de achterste wagon te openen wordt de locomotief ‘wakker’. Het metaal vervormd en er verschijnt een gezicht in dat begint te praten. Het wezen lijkt volledig in de war te zijn. Hij weet niet wie het is, wat het doet en waarom. Het lukt de De Zilveren Poot het geheugen van de trein te activeren. Plots realiseert het wezen zich: “Ik ben Domas!“. Het wezen kan maar kort genieten van deze realisatie, want snel daarna herinnert het zich diens opdracht. Het gezicht wordt ernstig en Domas zegt: “40 staven dunkoper, voor Unit 43LB!“. De trein vliegt over de rails heen. 100 meter verderop zien de helden de trein de rails verticaal de muur op volgen. Tot een vervallen stuk spoor het niet meer houd en de trein naar beneden stort. Een explosie volgt en Domas is niet meer. Net voordat de trein op hol sloeg heeft Lados een flinke lading dunkoper uit de achterste wagon weten te pakken.
Met de aantekeningen van Kinsey vindt het gezelschap een beveiligde kamer waar de Tetrahedron van Ionad ligt. Zodra ze er zicht op heeft sprint Bessy naar het artefact en grist het van de sokkel in het midden van de ruimte. De deuren vallen dicht en een diep en langzaam loeiend geluid klinkt in de muren van de oude ruïnes. Ook een onheilspellend geratel. Via de rails die in de muren en vloeren van de ruimte zitten komen van alle kanten machines aan die op mensen lijken Automata. Uit het plafond verschijnt een vreemd energie-kanon. De helden zijn in gevaar.
Wanneer de laatste automaton is geveld en het gevaar is geweken ontstaat er een ruzie. Lora eist dat ze de Tetrahedron van Ionad van Bessy krijgt. Dat was immers de missie van haarzelf en Kinsey. Lados wil daarmee instemmen en raakt daardoor in conflict met Bessy. Bessy vertrouwd Lora niet. Kaia en Bessy vinden dat het artefact bij de gnomes hoort en daar onderzocht moet worden. Uiteindelijk wordt de compromis genomen dat Lados het artefact bewaard in zijn bag of holding. Het artefact zal niet zomaar meegegeven worden aan Lora en Kinsey. Woedend, maar kalm, accepteert Lora deze conclusie.